Mohamad en Riet over Taalpunt Steenwijkerland

STEENWIJK – Taalpunt Steenwijkerland houdt op woensdag 14 september een Open Dag in haar locatie aan de Matthijs Kiersstraat 11 in Steenwijk. In aanloop daar naartoe vertellen drie deelnemers en drie begeleiders over hun ervaringen bij het Taalpunt. Als tweede komt Mohamad Kalash (34) aan het woord. Hij wordt door Riet Walda (66) bijgespijkerd met de Nederlandse taal. 

Mohamad heeft begin 2020 in Nederland asiel aangevraagd. Hij vertelt dat hij negen jaar daarvoor vanwege de oorlog vanuit zijn geboorteland Syrië naar Libanon is gevlucht. “Ik moest terug naar Syrië, maar daar was het niet veilig voor mij. Mijn broer zat in de gevangenis en daar zou ik ook terechtkomen als ik teruggegaan was naar Syrië,” legt hij uit. In Nederland begint hij meteen met het leren van de Nederlandse taal. Hij bekijkt journaals en filmpjes op YouTube. Nadat hij een woning krijgt in Vollenhove, gaat hij naar het Taalcafé. Daar leert hij ook de Nederlandse taal, maar het gaat hem eigenlijk niet snel genoeg. “Je praat daar vooral met andere bezoekers, die ook niet goed Nederlands kunnen,” luidt zijn verklaring. 

Uitdaging

Riet is één van de begeleiders van het Taalcafé in Vollenhove. Als zij merkt dat Mohamad behoefte heeft om vaker zijn Nederlands te oefenen, biedt ze hem privéles aan. Het tweetal ontmoet elkaar nu eens per week. Riet vindt het een uitdaging om Mohamad en de andere bezoekers van het Taalcafé te helpen met de Nederlandse taal. “In april 2021 ben ik gestopt met werken binnen de wijkverpleging. Ik wilde weer wat gaan doen en zo kwam ik bij het Taalpunt terecht,” vertelt ze. Voordat ze daar aan de slag ging, volgde ze eerst een training van zes bijeenkomsten.

Tijdens hun wekelijkse ontmoetingen voeren Mohamad en Riet gesprekken over allerlei onderwerpen, zoals het Nederlands nieuws, maar ook het leven van gezinnen in Syrië en de positie van vrouwen daar. Al pratende leert Mohamad steeds meer woorden en lukt het hem ook beter om zinnen te maken. Ook gaat het begrijpend lezen hem steeds beter af. “En we oefenen proefexamens inburgering, doen een aardrijkskundeles over Nederlandse provinciehoofdsteden of bespreken de geschiedenis,” voegt Riet daaraan toe. Zij gebruiken daarbij leerboeken, maar ook het internet. 

Muurtje is weg

Enthousiast zegt Mohamad over zijn vorderingen: “Eerst was er een muurtje tussen mij en de Nederlanders, maar dat is nu weg.” Om dat te illustreren pakt hij zijn mobiel. Eerst zet hij deze rechtop tussen hem en Riet in, om hem even later plat op de tafel te leggen. Riet ervaart de ontmoetingen ook als een verrijking. “Ik leer veel over zijn cultuur en vind het mooi om te zien hoe Mohamad dat combineert met het moderne leven in Nederland.”

Veel praten

Vrijwilligerswerk is een andere manier voor Mohamad om het Nederlands beter onder de knie te krijgen. “Bij Stichting JY rijd ik op de bus en kook ik,” vertelt hij. Beide werkzaamheden gaan hem goed af. In Syrië en Libanon was Mohamad immers chef-kok en vrachtwagenchauffeur. Het leven in Nederland bevalt hem goed. “De Nederlandse cultuur, de mensen, de vrijheid, veiligheid en de regels,” somt hij op. Hij kan andere anderstaligen van harte aanbevelen om naar het Taalpunt te gaan. “Nederlands is een moeilijke taal, als je dat wil leren moet je gewoon veel met Nederlanders gaan praten,” besluit hij.

Het Taalpunt Steenwijkerland is er voor volwassenen die beter willen leren lezen, schrijven, Nederlands spreken, rekenen en/of werken met de computer, tablet of mobiel.

Translate »